Wat moet er op een etiket?

Wat er precies op een etiket moet staan, wordt bepaald door de Europese wet Voedselinformatie (Verordening 1169/2011), die van toepassing is op alle levensmiddelen in de EU, inclusief Nederland. Deze wetgeving bepaalt dat etiketten informatie moeten bevatten over de inhoud, houdbaarheid, ingrediënten, bewaarvoorschriften, land van oorsprong, gebruiksaanwijzing, alcoholgehalte, en voedingswaarde.

 

De belangrijkste verplichte elementen op een etiket:

  • Productnaam en doeleinden – Een beschrijving van het supplement en het beoogde gebruik.
  • Ingrediëntenlijst – Een volledige opsomming van actieve stoffen en hulpstoffen, waarbij allergenen duidelijk vermeld moeten worden.
  • Dosering en gebruiksaanwijzing
  • Voedings- en gezondheidsclaims – Alleen claims die juridisch zijn goedgekeurd, mogen op het etiket staan. Deze claims moeten voldoen aan de Europese Claimsverordening (1924/2006), waarin beschreven staat welke claims zijn toegestaan. Bepaalde claims die nog in afwachting zijn van goedkeuring staan echter “on hold” en mogen voorlopig nog worden gebruikt.
  • Houdbaarheid – De houdbaarheidsdatum, met vermelding “Ten minste houdbaar tot” of “Gebruik tot,” afhankelijk van het type product.
  • Fabrikant en contactinformatie – De naam en het adres van de producent, importeur of distributeur, zodat consumenten direct contact kunnen opnemen voor vragen of klachten.

 

Daarnaast is er de EU-Richtlijn 2002/46/EG, specifiek voor voedingssupplementen, en in Nederland het Warenwetbesluit Voedingssupplementen. Volgens deze regelgeving moet het etiket duidelijk aangeven dat het product een voedingssupplement is en niet als vervanging voor een evenwichtige voeding mag worden gebruikt. Verder schrijft de Warenwetregeling Voedingssupplementen voor welke vitamines en mineralen vermeld mogen worden en hoe deze weergegeven moeten worden.